- doelpunt
- {{doelpunt}}{{/term}}1 goal ⇒ score♦voorbeelden:1 een eigen doelpunt • an own goaleen doelpunt afkeuren • disallow a goaleen doelpunt maken • kick/score a goalmet twee doelpunten verschil verliezen/winnen • lose/win by two goalsmet twee doelpunten achterstaan/voorstaan • trail/lead by two goals
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.